Ander licht op de moderne Olympische Spelen

Home > Blog > Ander licht op de moderne Olympische Spelen
Op 25 juni 2019 verschenen op wetenschap.nu

Ze waren alweer voorbij voordat de meesten van ons het merkten: de Olympische Spelen. Volgens de mediaberichten waren ze beter dan ooit. Vele deelnemers en talloze bezoekers op de laatste vrijdag voor het Pinksterweekend maakten de Spelen tot een groot succes. De Olympische Spelen? Ongemerkt? Op een vrijdag?

Het gaat natuurlijk niet om de moderne Olympische Spelen. Die zijn pas volgend jaar in Tokyo en zullen heel wat meer deelnemers trekken en zeker meer toeschouwers. En zullen zeker niet op een enkele vrijdag plaatsvinden. Het gaat hier om de Olimpick Games, die sinds 1612 jaarlijks worden georganiseerd in het Engelse Chipping Camden, in de Cotswolds. Dit jaar was dat op 31 mei. Ze waren ook niet verbonden met de naam van Pierre de Coubertin (1863-1937), die toch bekend staat als de grote initiator van de herleving van de Olympische Spelen. Een beeld dat ook het IOC nog steeds uitdraagt.

Zonder iets te willen afdoen aan het belang van De Coubertin, kunnen we in ieder geval stellen dat hij blijkbaar niet de eerste was die de Spelen nieuw leven inblies. Robert Dover, de stichter van de Cotswold Olimpicks, zoals hij het evenement zelf spelde, was hem een paar eeuwen voor. En na Robert Dover zouden nog heel wat andere pogingen volgen voordat De Coubertin in beeld kwam.

Succesvolle culturele traditie

De antieke Olympische Spelen behoren tot de meest succesvolle culturele tradities uit de geschiedenis. Ze werden gesticht in de 8e eeuw voor Christus en vrijwel onafgebroken georganiseerd tot in de 5e eeuw na Christus. Over de redenen van de teloorgang van de Spelen zijn de geleerden het niet eens. Was het de keizer Theodosius (347-395) die het Christendom tot staatsgodsdienst maakte? Of lag het aan barbareninvallen? Sommige historici denken dat het een kwestie van veranderende smaak was en weer anderen wijzen op aardbevingen of zelfs een tsunami. Hoe het ook zij, Olympia werd verlaten en met de Olympische Spelen raakte ook de Griekse sportcultuur in verval.

De herinnering aan de Spelen verdween echter nooit helemaal. Zelfs in de diepste Middeleeuwen was men bekend met de sportwedstrijden uit de Oudheid. In de Renaissance en de vroegmoderne tijd – toen niet alleen kunstvoorwerpen zoals standbeelden weer opdoken en het literair erfgoed van de Grieken en Romeinen weer beschikbaar kwam – raakte ook de Griekse sportcultuur opnieuw onder de aandacht. Die aandacht was deels antiquarisch. Maar zoals ook de Griekse en Latijnse literatuur een voorbeeldfunctie kregen, om maar te zwijgen over de kunstwerken en bouwstijlen uit de Oudheid, zo werd ook de lichaamscultuur een lichtend voorbeeld.

Sommige auteurs, zoals de Venetiaanse arts Hieronymus Mercurialis (1530-1606) bouwden voort op de theorieën van de antieke artsen als Hippocrates (ca 460-ca 370 voor Christus) en Galenus (129 – ca 216). Zij gebruikten de Griekse sport als model voor een gezond leven. Andere auteurs zochten er een model in voor een aristocratische levensstijl.

Wisselend succes

In het zeventiende-eeuwse Engeland van Robert Dover speelde weer iets anders. Het was een tijd van politieke en godsdiensttwisten waarin ook de volksgebruiken en tradities van Merry England het moesten ontgelden. Robert Dover probeerde de volksgebruiken te vernieuwen en zocht daarvoor verankering in de klassieke traditie. Die moesten zijn Spelen de nodige respectabiliteit opleveren. Ze waren dan ook een succes. Niet alleen bij de (klassiek) geletterde elite, maar vooral bij het publiek in de regio. De Spelen zouden het uithouden tot in de 19e eeuw, en in de jaren vijftig van de vorige eeuw is de traditie opnieuw in ere hersteld.

Na Robert Dover werden her en der in Europa nog andere pogingen gedaan om de Olympische Spelen te doen herleven, al ging het vaak meer om de naam dan om de Griekse sportnummers. De negentiende eeuw spande hierin de kroon. In Griekenland zelf werden tussen 1858 en 1892 met wisselend succes Olympische Spelen georganiseerd die deels geënt waren op het klassieke erfgoed.

Bron van inspiratie

Ondertussen werd in Engeland de Olympische traditie van Robert Dover weer opgepikt. In 1850 stichtte de arts en weldoener William Penny Brookes zijn eigen Olympische Spelen in het dorpje Much Wenlock in Shropshire. Het was een begin van een levenslange kruistocht om de Spelen op nationaal en internationaal niveau te laten herleven. Deze Spelen zijn steeds populair geweest en trekken deelnemers en toeschouwers binnen- en buitenland. Begin juli barst het spektakel weer los.

Pierre de Coubertin bevond zich in 1890 onder die bezoekers. Hij heeft lang gecorrespondeerd met Dr. Brookes, die hem het ene na het andere idee aan de hand deed. Ook voor- en nadat de baron in 1894 zelf het idee uitventte om een evenement te organiseren. Brookes zou de Spelen van 1896 in Athene niet meer meemaken, en De Coubertin is in zijn latere geschriften maar mondjesmaat teruggekomen op deze bron van inspiratie. Maar het is duidelijk dat er via Brookes een duidelijke lijn loopt naar de Spelen van Robert Dover in de Cotswolds.

Ik heb ze helaas gemist, maar ik ben vastbesloten er volgend jaar naartoe te gaan.

In het project Connecting the Greeks meer aandacht voor antieke sport- en festivalcultuur. Met onder meer een database van antieke atleten en festivals.

Onno van Nijf werkt als hoogleraar Oude Geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Kijk hier voor een beschrijving van zijn onderzoek.