Van Circe tot Medea, en van Calypso tot Hecate: vrouwen met magische krachten hielden de gemoederen bezig in de Griekse mythologie. Waarom zijn het zoveel vaker vrouwen dan mannen die hun tovermengseltjes erbij pakken – volgens de mannelijke auteurs tenminste?
WE ARE THE GRANDDAUGHTERS OF THE WITCHES YOU COULDN’T BURN. Sinds de Amerikaanse Women’s March in januari 2017 verschijnt dit citaat regelmatig op kartonnen borden bij feministische demonstraties. Het is een parafrase uit het boek The Witches of BlackBrook van Tish Thawer, een roman over drie zussen die weten te ontsnappen aan de historische heksenjachten in Salem. De heksen uit het citaat zijn symbool komen te staan voor een geschiedenis van misogynie en vervolging van vrouwen die buiten sociale normen vielen – en heks is als geuzennaam teruggewonnen, als een titel van vrouwelijke kracht. Ook de praktische hekserij draait weer overuren onder voornamelijk vrouwen. Jongere generaties kunnen terecht op #WitchTok, een populaire hashtag op TikTok waar spreuken en rituelen worden uitgewisseld. Voor de vrouw die zich daar wat te volwassen voor voelt, zijn er workshops en boeken van heksen zoals Susan Smit, die bijvoorbeeld tijdens vollemaanceremonies leerde hoe ze een post-menstruele vrouw moest worden.
De associatie tussen vrouwen en magie is al eeuwenoud, en betekende in het verleden over het algemeen maar weinig goeds. Door de hele Griekse mythologie heen vinden we opvallend vaak vrouwen die met behulp van magische middelen proberen hun doelen te bereiken, met grote – en gevaarlijke – gevolgen voor mannen die daar de dupe van worden. De categorie die het vaakst langskomt: liefdesmagie, ofwel om mannen verliefd te maken, ofwel om wraak te nemen op ontrouwe mannen.
Griekse heksen: een groot gevaar voor de (literaire) man
Al in de Odyssee van Homerus komen we de nimf Calypso tegen, die Odysseus maar liefst zeven jaar gevangen hield op haar eiland Ogygia. Met behulp van haar gezang en hypnotische beweging van haar weefgetouw probeerde ze hem verliefd op haar te maken. Ook de tragediedichters schuwden de magie niet in verhalen over ongelukkige liefde. Euripides schreef maar liefst twee toneelstukken over misschien wel de meest beruchte heks uit de oudheid, Medea. Toen zij lucht kreeg van het feit dat haar man Jason haar zou verlaten voor de mooie prinses Glauce, vermoordde ze niet alleen Glauce met een betoverde mantel, maar besloot ze ook om uit wraak de twee zoons te doden die ze samen met Jason had. En Euripides’ collega-tragicus Sophocles verhaalde over hoe Deianeira uit jaloezie een mantel naar haar geliefde Heracles stuurde, die giftig bleek op het moment dat hij hem aantrok, zoals in een eerder blog al is beschreven door Lola Bos.
Niet alleen zijn de vrouwelijke magiegebruikers uit de Griekse literatuur bekender – ze zijn ook met meer. Voor elke man die behendig is met tovermiddeltjes, vinden we maar liefst drie vrouwen terug in verhalen. Dit is des te opvallender, omdat er papyri en handboeken bekend zijn met praktische instructies voor spreuken, rituelen en recepten voor liefdesmagie in de echte wereld. Uit die collectie blijkt dat de meeste magie door zowel mannen als vrouwen gebruikt kon worden, en dat de meeste spreuken zelfs voor mannen waren geschreven om vrouwen te kunnen veroveren. Nu kan dat gewoon voortkomen uit een grammaticale gewoonte, op dezelfde manier dat we vaak “hij” zeggen terwijl we “hij of zij” bedoelen. Misschien kon “om een vrouw aan je te binden” net zo makkelijk vervangen worden voor “om een man aan je te binden”. Maar ook als mannen even vaak liefdesmagie gebruikten als vrouwen, blijft de discrepantie bestaan: waarom zijn de heksen in de verhalen zo vaak vrouwen?
Schrijven in een mannenwereld
Om erachter te komen waarom vrouwen zo vaak gevaarlijke magie gebruikten in de Griekse verhalen, moeten we eerst kijken naar wie deze verhalen schreven. Zoals vele andere beroepen was poëzie en proza schrijven bij de oude Grieken grotendeels voorbehouden aan mannen. Zo’n 97 procent van alle Griekse auteurs die we bij naam kennen waren man, en van de weinige vrouwelijke auteurs die bekend zijn, zijn maar weinig teksten overgeleverd. De mannelijke auteurs die we nu vooral nog lezen, schreven dan ook nog eens voornamelijk voor een publiek van medemannen.
Daarnaast leefden Griekse mannen en vrouwen gedeeltelijk in gescheiden werelden, en al helemaal in de hogere klassen waarin schrijvers zich veelal begaven. Daar werkten mannen buitenshuis en konden zo hun stempel drukken op het publieke leven. Vrouwen brachten echter een groot deel van hun leven binnenshuis door. Zij konden hun invloed dus wel laten gelden in privésferen, maar daarbuiten hadden ze minder mogelijkheden.
Met deze achtergrond is het niet verwonderlijk dat vrouwen in antieke literatuur vaak weinig te maken hebben met echte vrouwen en hun levens. Wat we echter wel terug kunnen lezen in antieke verhalen is hoe mannen de wereld om hun heen ervoeren, en ook wat zij dachten over de genderverhoudingen van hun tijd. Door die lens bezien is de oververtegenwoordiging van vrouwelijke heksen in literatuur geschreven door mannen ineens zeer verhelderend.
Magische macht
In feite staat magie symbool voor macht. Calypso kon Odysseus tegen zijn zin bij haar houden. Medea en Deianeira konden wraak nemen op hun ontrouwe geliefden. Vergelijkbaar met hoe gif bekend staat als het wapen van een vrouw, staat magie dat ook, want voor allebei is minder fysieke kracht nodig. En beide vormden een gevaar voor mannen, die op veel andere vlakken onaantastbaar waren voor vrouwen in de Griekse samenleving. Dat zij specifiek liefdesmagie vreesden, is misschien niet verwonderlijk – want hoe zouden ze anders moeten verklaren dat ze al hun rationele gedachten konden verliezen, en konden worden ingepalmd door een vrouw?
Of vrouwen daadwerkelijk vaker dan hun mannelijke tegenhangers probeerden om magische rituelen uit te voeren in de oudheid, valt niet meer na te gaan. Wel lezen we in vele verhalen terug welke magische machten auteurs letterlijk aan hun toedichtten. En wie kan de moderne heksen, van TikTokkers tot feministische actievoerders, kwalijk nemen dat zij zich ook een stukje van die macht en dat vermeende gevaar voor de gevestigde orde willen toe-eigenen?